In een nieuwe stilteruimte in de Efteling ligt de Koran klaar voor islamitische bezoekers
Vandaag, 17.47 uur

FOTO'S De Efteling stelt heilige boeken beschikbaar voor bezoekers. In het nieuwe Efteling Grand Hotel is in de kelder een stilteruimte gerealiseerd. Daar ligt de Koran klaar, speciaal voor moslims. Ook de Bijbel heeft een plekje gekregen. Het is voor het eerst dat een Efteling-faciliteit een sterk godsdienstig karakter krijgt.
Vorig jaar kondigde de Efteling in een jaarverslag aan dat er, in het kader van diversiteit en inclusiviteit, geïnvesteerd zou worden in gebedsruimtes. De nieuwe ruimte in het hotel is multifunctioneel: bezoekers kunnen er niet alleen bidden, maar ook rusten en mediteren.
Het is niet de bedoeling om te praten, te bellen, muziek af te spelen, te eten, te drinken of opnames van personen te maken. "Toon respect voor de privacy en behoeften van anderen", staat op een bord met regels. De ruimte is bereikbaar via een trappenhuis achter de glazen deuren rechts van de arcadeboog van het hotel.
Gebedskleed
Moslims en christenen hebben de Koran en de Bijbel niet nodig om te bidden. Toch besloot de Efteling exemplaren van de heilige boeken te verstrekken. Wat islamieten vaak wél nodig hebben, is een gebedskleed en de mogelijkheid zich ritueel te wassen. Daar heeft de Efteling ook rekening mee gehouden. Er hangen eveneens gordijnen om plekken af te schermen.
De zaal in de kelder wordt gekenmerkt door een strak, minimalistisch interieur, met een vrij klinische uitstraling. In twee aparte ruimtes - voor mannen en vrouwen - bevinden zich lage krukjes en waterkranen, bedoeld voor rituele wassing. Door het sobere ontwerp, met lichte houttinten en neutrale kleuren als beige en grijs, doet de sfeer wat denken aan een uitvaartcentrum.
Volk van Laaf
De Efteling beschikte tot nu toe over één stilte- en rustruimte, gelegen tussen horecapunt De Meermin en De Vliegende Hollander. Die locatie is gevestigd in een oude EHBO-post, het Dokter van Tuijnpaviljoen. Verder zijn er al langer twee verzorgingsruimtes: bij het Volk van Laaf en in Station de Oost.